De oudste stem van Alkmaar (en misschien wel Nederland)

De stem van Jan Daniël Boeke

De voorloper van de alom bekende platenspeler is de fonograaf. Deze werd is 1877 ontwikkeld door Thomas Edison. Het was een apparaat waarmee men voor het eerst geluid kon opnemen en afspelen. Hij was overigens niet de eerste die een apparaat maakte waarop geluid kon worden opgenomen.

Al in 1857 bouwde de Parijse uitvinder Édouard-Léon Scott de Martinville een zogenaamde fonautograaf. Dit apparaat was echter alleen bedoeld om geluid op te nemen, men kon het niet afspelen. In 2008 lukt dat overigens met behulp van moderne technieken wel. Hiermee is de vroegste geluidsopname ooit een voordracht van het liedje ‘Jeune jouvencelle’ door Scott op 17 augustus 1857. De opname is echter vrijwel onherkenbaar. De eerste herkenbare opname van een menselijke stem is het liedje 'Au clair de la Lune' uit 1860, ook opgenomen door Scott.

Phonautograph    phonautograms 

De allereerste fonografische opname die Thomas Edison maakte was van het Engelse kinderliedje “Mary had a little lamb” in 1877. Van opname op een wasrol was toen nog geen sprake. Hiervoor gebruikte Edison een rol bedekt met tinfolie. De originele opname is helaas niet bewaard gebleven. In 1927, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van zijn uitvinding, maakte Edison wel een hernieuwde uitvoering.

De fonograaf ving geluidstrillingen op via een trechter. Een naald graveerde de weerslag op de rol. Tinfolie ging echter maar beperkt mee. Na zes keer luisteren, via dezelfde trechter waarmee men opnam, was de opname onbruikbaar geworden. Vanaf 1885 kwam er daarom een rol bestreken met was. Dit gaf betere opnamen en de rol ging langer mee.

Edison Phonograph  Een Edison-wasrol, gemaakt van zwarte was, c.a. 1904

Nadat Edison de fonograaf ontwikkelde duurde het nog zo’n tien jaar voordat die op de markt kwam. De ontwikkeling van de gloeilamp door Edison kreeg voorrang. In Europa werden fonografen gedemonstreerd tijdens de wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs. Daar kocht goochelaar en illusionist ‘Maju’ (Levie Kinsbergen) zo’n apparaat. Hij stond op vele kermissen door Nederland en huurde zalen af waar mensen tegen betaling konden luisteren naar het wonderlijke apparaat. De kranten schreven er lang over, maar na anderhalf jaar leek het nieuwtje er wel van af te zijn. Maju ging zich richten op bewegende beelden. Anderen volgden Maju’s voorbeeld en reisden nog vele jaren door het land met een fonograaf. Zo was in 1896 op de Markt in Schagen nog een fonograaf te horen waarvoor mensen 5 cent moesten te betalen om hem te beluisteren.

Schager Courant 31 mei 1896

Niet alleen kermisvermaak

De fonograaf was niet alleen een apparaat ter vermaak, het werd ook ontdekt door onderzoekers en wetenschappers over de hele wereld. In Nederland was het o.a. de Alkmaarder Jan Daniël Boeke, lange tijd directeur van de Rijks HBS en vader van Kees Boeke (oprichter van De Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven), die er mee aan de slag ging. Boeke (1842-1902) deed o.a. onderzoek naar stemmen, taal en maakte klinkeranalyses. Dit deed hij al rond 1889 met een zelf ontworpen apparaat, een zogenaamde spectacle-phonograph. Op dit apparaat zat een microscoop waarmee hij de groeven, die het opgenomen geluid achterliet op een wasrol, kon onderzoeken. De uitkomsten van het onderzoek publiceerde hij al in 1890 in een uitgave van het tijdschrift ‘De Natuur’. Eind 1897 kocht Boeke voor thuisgebruik een fonograaf bij firma Stieltjes in Amsterdam. Op 19 december 1897 maakte hij zijn eerste opname. Daarna volgden er nog vele opnamen voor zijn onderzoek. Hiervoor nam hij regelmatig allerlei klanken op, sprak stukken tekst (ook in het Frans en Engels) en liet andere mensen zingen en spreken, zelfs eens in een Gelders dialect (opgenomen in Schagen). 

Spectacle-phonograph  Spectacle-phonograph  indruksystemen

Naast opnamen voor zijn onderzoek liet Boeke ook soms zijn vrouw Nelly Oort (1850-1933) en zijn kinderen spreken of zingen. Zelfs nam hij eens het geluid op van de hond Kees. Dit was de hond van de schipper wiens boot voor het huis van Boeke lag. De familie Boeke woonde namelijk aan de Oudegracht. Op Tweede Paasdag 1899 werd er ook een opname gemaakt van zoon Jo met zijn verloofde Lize. Helaas zijn deze, en vele andere meer persoonlijke opnamen, er niet meer. Deels heeft dit te maken met het feit dat de wasrollen soms hergebruikt werden. Je kon er namelijk een dun waslaagje afhalen om zo weer een lege rol te krijgen.

werkkamer JD Boeke  JD Boeke met vrouw  transcriptie 9 maart 1898

Van al zijn opnamen maakte hij transcripties in schriften. Ondanks dat veel opnamen die Boeke maakte slecht te verstaan zijn, kunnen we uit de schriften toch opmaken wat hij liet horen. De oudste opname die nog bewaard is gebleven, werd gemaakt op 9 maart 1898. Hierop is Boeke te horen als hij o.a. verschillende klinkers uitspreekt. Hij sluit de rol af met “Hiep hiep hiep hoera!”.

Jan Daniël Boeke ging nog door tot eind 1901 met opnamen maken. Zijn gezondheid was echter al jaren niet goed en hij was regelmatig voor langere tijd ziek. In 1902 moest hij zijn onderzoeken en opnamen staken. Hij gaf echter nog wel les aan de HBS aan de Paardenmarkt in Alkmaar. Zo ook op 28 oktober 1902. Nadat hij thuiskwam, ging hij nog even rusten op bed waarna hij twee uur later bleek te zijn overleden, gestorven in zijn slaap. Op 31 oktober werd hij begraven op de Algemene Begraafplaats in Alkmaar. Zijn graf is er nog steeds.

Graf JD Boeke  familie Boeke

Het werk van Jan Daniël Boeke is na zijn dood op verschillende plekken terechtgekomen. Zo heeft het Regionaal Archief Alkmaar een groot archief van de familie Boeke. Het IISG (Internationaal Instituut voor Social Geschiedenis) in Amsterdam heeft een Kees Boeke-archief met daarin ook materiaal van zijn vader, waaronder de transcripties van de wasrollen. De eigenlijke wasrollen en de spectacle-phonograf van Jan Daniël Boeke zijn in de jaren 70 van de vorige eeuw geschonken aan het Universiteitsmuseum in Utrecht. Daar zijn ze nog steeds te vinden. Het Regionaal Archief Alkmaar heeft opnamen op magneetband van de wasrollen in het bezit en heeft deze gedigitaliseerd en online gezet. Hieronder staan de oudste opname en enkele fragmenten van andere rollen die Boeke maakte. Beluister hier de hele gedigitaliseerde magneetband met alle tot nu toe bekende wasrollen.

 

Oudste opnamen uit Alkmaar en misschien wel Nederland

De opnamen van Boeke kunnen gezien worden als de aantoonbaar oudste geluidsopnamen van Alkmaar. We kunnen de datums goed vaststellen, omdat die genoemd worden tijdens veel opnamen en ze zijn ook in de transcripties terug te lezen.

We kunnen misschien ook stellen dat dit waarschijnlijk de oudste aantoonbare en bekende Nederlandstalige geluidsopnamen zijn. Navraag en onderzoek bij o.a. archieven, musea, instellingen en bij experts op het gebied van fonografen en Nederlandse muziekindustrie lijken deze stelling te ondersteunen. De tot nu toe oudste bekende Nederlandstalige opname stamde uit december 1899.

We hopen dat meer beheerders van geluidscollecties nog eens in hun collecties gaan duiken. Wie weet zijn er oudere opnamen te vinden.

We sluiten af met de woorden van Jan Daniël Boeke “Hiep, hiep, hiep, hoera! Zo is die uit, ik hoop dat die mooi zal zijn. Ha ha ha!”

Bronnen


Met dank aan o.a. Paul Lambers (Universiteitsmuseum Utrecht), Jacques Klöters, Maarten Eilander (voorzitter De Weergever), Tim de Wolf, Trienke van der Spek (Teylers Museum), Kasper Janse (Pianolamuseum), Emmie Snijders (Rijksmuseum) en Suzan Crommelin (Stadsarchief Amsterdam).

test